De willekeur van de vorm van tekens in schrijftaal.

Gisteravond probeerde ik iemand uit te leggen wat het betekent dat veel (misschien wel de helft) van alle schrifttekens in het Chinees willekeurige tekens zijn (wat dus betekent dat je die tekens gewoon uit je kop moet leren als je Chinees wilt kunnen schrijven of lezen).

Als voorbeeld nam ik onze cijfers. Ik vroeg: hoe weet je dat een 4, of een 5, of een 9 staat voor vier, vijf, of negen? Mijn doel was om te illustreren dat onze cijfers evenzeer een willekeurige vorm hebben, dat er niets aan het teken 4 of 5 of 9 is dat zegt: vier, of vijf of negen.

Maar mijn voorbeeld maakte niets duidelijk. Mijn gesprekspartner was stellig. Voor hem was het zonneklaar dat 4 vier was. Je kon dat toch gewoon zien?

Na enig heen en weer praten meende ik een begin van twijfel over de volstrekt evidente relatie tussen 4 en vier opgewekt te hebben bij mijn gesprekspartner, maar zeker was ik allerminst. Hij haalde het alfabet erbij om zijn opvatting te onderbouwen. De letters waren toch ook niet willekeurig? Daar zat een hele geschiedenis achter. Daarom was een “a” /aa/ en een “b” /bee/.

Het is absoluut waar dat letters en cijfers een geschiedenis hebben. Maar die geschiedenis kun je toch juist niet zien? Als kind moet je toch gewoon uit je kop geleerd hebben dat de letter “b” gekoppeld moet worden aan /bee/ of /buh/?

De volgende punten meen ik uit het voorgaande te kunnen afleiden: (1) de willekeur van de vorm van cijfers is kennelijk niet vanzelfsprekend voor iedereen (2) de geschiedenis die achter de vorm van cijfers en letters zit, kan door mensen als de verklaring worden gezien voor hoe we weten hoe we een letter of een cijfer moeten uitspreken (3) voor ik iets kan vertellen over de schrijftaal van het Chinees of het Japans, moet ik eerst nagaan wat iemand weet van ons eigen schriftstelsel.

Illustraties bij de willekeurige vorm van cijfers en letters.